Is er wel een huurcontract?
Een huurovereenkomst bestaat uit twee elementen. Ten eerste: het in gebruik verstrekken van een zaak. Ten tweede: het leveren van een tegenprestatie. De naam die partijen aan de overeenkomst geven is niet bepalend voor de kwalificatie huur. De inhoud van de overeenkomst is daartoe bepalend, ook al hebben partijen het huurkarakter van de overeenkomst niet onderkend. Aldus onder andere een vonnis uit 2014 van de rechtbank Rotterdam.
Dus het kan gebeuren dat u te maken krijgt met huurrecht, ook al heeft u zich dat niet gerealiseerd. De consequentie daarvan is dat u te maken krijgt met huurbescherming. In het Nederlandse recht worden huurders sterk beschermd.
Het in gebruik verstrekken van een zaak
Het gebruik van het gehuurde dient aan de volgende twee eisen te voldoen: voldoende bepaalbaar en gïndividualiseerd. Een voorbeeld waarin het misging, is een oud arrest van de Hoge Raad uit 1964. Het betrof een ‘stallingscontract’, waarbij een garagebox voor een auto aan iemand tegen betaling in gebruik was gegeven. Hoewel het volgens de naam dus een ‘stallingscontract’ was en geen huurcontract, oordeelde de Hoge Raad dat het wel om een huurovereenkomst ging. De sleutel van de auto bleef steeds in het bezit van de automobilist, terwijl het voor bewaargeving juist essentieel is dat de feitelijke macht over een zaak wordt overgedragen. Daarnaast was de garagebox afgesloten met een deur waarvan de sleutel aan de automobilist was gegeven. Conclusie: huur en geen stalling of bewaargeving. Dat was in het nadeel van de eigenaar van de garagebox die had gehoopt aan het huurrecht te kunnen ontsnappen.