Categorieën
Huurrecht

Vergoeding voor aangebracht plafond? (Huurrecht)

Een gehuurde ruimte moet bij het eindigen van de huur worden opgeleverd in de oorspronkelijke staat. Maar als de huurder een verbouwing heeft gedaan waardoor het pand meer waard is geworden, heeft hij dan niet recht op een schadevergoeding? Het gerechtshof’s-Hertogenbosch deed hierover een uitspraak.

Verbouwing van winkel na aanvang huur in 2012

wijnhandel huurrecht Een wijnhandelaar huurt een bedrijfsruimte. Kort na aanvang van de huurovereenkomst in 2012 brengt hij een brandwerend plafond aan. Kosten ruim € 5.000. Dan wordt het contract ontbonden wegens huurachterstand. De winkelier is van oordeel dat de kosten van het plafond voor rekening komen van de verhuurder omdat het ontbreken van zo’n plafond een gebrek oplevert waarvoor de verhuurder aansprakelijk is, dan wel op grond van ongerechtvaardigde verrijking. Dat laatste wil zeggen: het pand is in waarde gestegen door het plafond en daarom heeft huurder recht op een vergoeding van de gemaakte kosten.

De kantonrechter wijst deze vordering af. De wijnhandelaar gaat in hoger beroep. Het gerechtshof oordeelt als volgt.

Advies? Bel vandaag nog 06-27129900

Het onveilige plafond was geen gebrek

In dit geval was er geen sprake van een gebrek. Het betrof verhuur van casco-winkelruimte, bouwkundig in te richten en aan te passen naar de wensen van de huurder. Dát was het genot dat de winkelier bij de totstandkoming van de huurovereenkomst mocht verwachten. Niet wordt gesteld, en het is ook niet aannemelijk, dat hij het plafond ‘vol gaten en scheuren’ wilde handhaven of dat verhuur in die staat is overeengekomen. Verhuurder heeft het genot verschaft dat de winkelier bij het aangaan van de huurovereenkomst mocht verwachten.

Kosten zijn voor huurder, die kan afschrijven

Ook ongerechtvaardigde verrijking is niet aan de orde. Vernieuwingen als waarvan hier sprake is zijn gebruikelijk wanneer een winkelruimte (opnieuw) verhuurd gaat worden. De kosten komen, tenzij anders overeengekomen, voor de huurder die zijn investering in de huurperiode van 10 jaar kan afschrijven. Dat de wijnhandelaar zijn investering niet heeft terug kunnen verdienen komt door zijn wanprestatie ten aanzien van de huurbetalingen en dient dan ook voor zijn risico te komen. Een eventuele verrijking van de verhuurder is derhalve niet ongerechtvaardigd.

Het hof bevestigt daarom de uitspraak van de kantonrechter.

Gevolgen voor de praktijk

In de meeste huurcontracten staat dat huurder geen recht heeft op een vergoeding bij het einde van de overeenkomst. In het veelgebruikte ROZ-model staat dat in de algemene bepalingen, dus in de kleine lettertjes. Dan heeft het dus geen zin om te procederen. In dit geval was blijkbaar dat model niet gebruikt.

Bron: ECLI:NL:GHSHE:2017:3037

Meer informatie? Neem dan contact op met Van Dalen advocatuur.