Een verdachte heeft het recht om te zwijgen. Hij is immers niet verplicht om mee te werken aan zijn eigen veroordeling. Ook in het fiscale recht speelt het zwijgrecht een rol.
Verplichting
“Ook in belastingzaken kan het strafrecht een rol spelen.”
In de Algemene Wet Rijksbelastingen (AWR) staat de verplichting om aan de inspecteur alle informatie te verschaffen die voor de belastingheffing van belang kan zijn. Anders zou controle ook een wassen neus zijn. Als de fiscus vragen heeft, moet u die beantwoorden. Toch is er een grens.
Onschuldig
In het Wetboek van Strafvordering staat: “De verdachte is niet tot antwoorden verplicht.” Ook zijn internationale verdragen van belang. In het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) bijvoorbeeld is opgenomen dat iemand onschuldig is tot het tegendeel is bewezen: “Een ieder tegen wie een vervolging is ingesteld, wordt voor onschuldig gehouden totdat zijn schuld in rechte is komen vast te staan.” Daarin ligt het zwijgrecht besloten.
Lees ook: Onrechtmatig verkregen bewijs
Verhouding
Hoe verhouden deze verplichting en dit recht zich tot elkaar? Wanneer eindigt de plicht om te antwoorden en begint het recht om te zwijgen? Ook in belastingzaken kan het strafrecht een rol spelen. Iemand is verdacht als “uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit voortvloeit.” Dan gaat controle over in opsporing.
Cautie
Die grens is soms moeilijk te trekken. Als de Fiscale Opsporing- en Inlichtingendienst (FIOD) actief wordt, is het wel duidelijk. Een verdachte moet op zijn zwijgrecht worden gewezen door middel van de “cautie”. Maar strafrechtelijke bevoegdheden mag de fiscus niet gebruiken voor controledoeleinden. De vraag is dus steeds: wanneer ontstond dat “redelijk vermoeden van schuld”?
Boetes
Boetes is weer een verhaal apart. Er zijn verzuimboetes, bijvoorbeeld als u ergens te laat mee bent; en vergrijpboetes, bijvoorbeeld als u opzettelijk een verkeerde aangifte doet. Ook die toetst de rechter aan internationale verdragen. Het opleggen van een boete is een ‘criminal charge’, dat wil zeggen een strafvervolging. Daarom geldt ook bij boetes het zwijgrecht, dat is opgenomen in de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb).
Spanning
Dus vanaf het moment dat iemand redelijkerwijze kan verwachten dat hij een boete krijgt, kan hij zich beroepen op zijn zwijgrecht. Dan bestaat de verplichting om de inspecteur informatie te verschaffen nog steeds. Het is duidelijk dat er een spanning tussen de plicht enerzijds en het recht anderzijds kan ontstaan. Bijvoorbeeld bankafschriften moet u overleggen, maar (als duidelijk dat u een boete gaat krijgen) een verklaring over uw handelen hoeft u niet af te leggen. Soms is de grens subtiel. Bijstand van een advocaat is aanbevolen.
Meer informatie? Bel 06-27129900