Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat het beroep van een BV op het vertrouwensbeginsel slaagt. Daarbij spelen stiekem gemaakte geluidsopnamen een belangrijke rol.
Geschil over waarde bij handel in auto’s
Een BV handelt in auto’s van diverse exclusieve merken. De eigenaar van de BV doet maandelijks BPM-aangiften en maakt vervolgens bezwaar tegen de voldoeningen. Hiertoe maakt hij gebruik van bepaalde inkoopwaarden. De geschillen slepen zich vervolgens jarenlang voort. Vanaf 2014 probeert een bemiddelaar van de Belastingdienst om tot een oplossing te komen. Zonder diens toestemming of medeweten maakt de handelaar geluidsopnamen van gesprekken. Volgens de handelaar is de toezegging gedaan dat zijn inkoopwaarden zouden worden gevolgd.
Het draait in deze zaak om het vertrouwensbeginsel. Daarover schreef ik in dit blog over belastingrecht al eerder, zie o.a. Het vertrouwensbeginsel en de Belastingtelefoon. Onder omstandigheden kan het gebeuren dat iemand van de Belastingdienst beloftes doet waaraan de fiscus zich vervolgens moet houden.
Schriftelijke weergaven van gesprekken
Om zijn standpunt te onderbouwen heeft de belastingplichtige schriftelijke weergaven ingebracht van zonder medeweten van de persoon opgenomen gesprekken. Daaruit moet blijken dat toezeggingen zijn gedaan.
De inspecteur weerspreekt de inhoud van de stukken niet, maar betwist dat sprake was van schending van het vertrouwensbeginsel. Naar zijn mening waren de gesprekken gericht op de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst. Nu die niet tot stand is gekomen, kon belanghebbende niet redelijkerwijs de indruk hebben gekregen dat de inspecteur akkoord zou gaan met bepaalde zaken.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de handelaar er redelijkerwijs vanuit mocht gaan dat de onderhandelaar akkoord was met de toepassing van zijn handelsinkoopwaarden. Het beroep op het vertrouwensbeginsel wordt gehonoreerd.
Waarom neem ik deze uitspraak op in mijn blog? Omdat er stiekem geluidsopnamen zijn gemaakt. Netjes is dat niet. Ik wil dat ook niemand aanraden want dit is geen fatsoenlijke manier om met elkaar om te gaan. Desondanks kunnen deze opnamen wel dienen als bewijs. Het is niet nodig om iemands toestemming te vragen. Maar het is niet mijn stijl om op deze manier mijn gelijk te halen en op de lange duur werkt dit ook tegen je, daarvan ben ik overtuigd.
Vragen? Neem dan contact op met Van Dalen advocatuur.