De Ontvanger heeft als taak het innen van een belastingschuld en gaat soms nogal rigide te werk. In het belastingrecht zijn echter naast beleidsregels zoals de Leidraad Invordering 2008 ook de algemene beginselen van behoorlijk bestuur van toepassing. De rechtbank Gelderland deed onlangs uitspraak in een zaak die hierover ging.
Woning van ondernemer dreigt geveild te worden
Een ondernemer voert beleidsonderzoek uit voor organisaties in de publieke sector. Hoewel de zaken aanvankelijk goed gingen, krijgt zij te maken met tegenvallers. Haar schuld aan de Belastingdienst bedraagt inmiddels bijna € 75.000. De Ontvanger heeft beslag gelegd op haar woning en de openbare verkoop aangekondigd. De ondernemer is middels een dagvaarding in verzet gekomen tegen de tenuitvoerlegging van de dwangbevelen, waardoor in ieder gevel de verkoop is uitgesteld. Dat laatste gebeurt automatisch. De ondernemer was zelf al van plan haar woning te verkopen en had daarvoor al een makelaar in de arm genomen.
Lees ook de algemene informatie over belastingrecht >>
Verzet tegen dwangbevel
De inspecteur van de Belastingdienst stelt een aanslag vast op basis van iemands aangifte. Als die aanslag definitief is, dan is het aan de Ontvanger om de schuld te innen. De aanslag is een executoriale titel, met andere woorden: de fiscus heeft geen toestemming van de rechtbank nodig om beslag te kunnen leggen. De Ontvanger verstuurt dwangbevelen en gaat vervolgens die dwangbevelen ten uitvoer leggen. Iedereen kan daartegen in verzet komen. Daarvoor is wel de hulp van een advocaat nodig, want het is een civiele procedure. De kans op succes is in het algemeen niet groot. De hoogte van de belastingaanslagen staat niet ter discussie, want in de Invorderingswet staat dat een verzet niet op die grond gestoeld kan zijn. Wel kan verzet succesvol zijn als aangetoond kan worden dat iemand door een verkoop onevenredig in zijn belangen wordt geschaad.
Overwaarde genoeg, tijd nodig om te verkopen
In de rechtszaak voert de ondernemer aan dat de Ontvanger handelt in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur door haar niet een termijn te gunnen on haar woning zelf te verkopen. Zij beschikt niet over contante middelen om de aanslagen te voldoen. De gevolgen voor haar van een executieverkoop wegen zwaarder dan het belang van de Ontvanger. Zij kan zekerheid aanbieden, gelet op de lage hypotheek die op de woning rust en de overwaarde. Ook wijst de ondernemer erop dat zij groot belang heeft bij reguliere verkoop van de woning omdat zij voor haar pensioen afhankelijk is van de overwaarde. Naar verwachting zal de woning echter niet heel snel verkocht worden, omdat deze niet heel courant is. Voor deze verkoop heeft zij daarom meer tijd nodig. Zij heeft aangeboden om de Ontvanger € 20.000 te betalen, die zij heeft geleend van een derde.
De rechter constateert dat de overwaarde van de woning € 150.000 is. Het ligt in de lijn de verwachting dat de verkoopopbrengst bij executoriale verkoop aanzienlijk lager zal zijn dan bij onderhandse verkoop. Dan blijft er mogelijk te weinig over om de schuld te kunnen voldoen. Ook in verband met het pensioen van de ondernemer, die 58 jaar oud is, zou zij zwaar worden getroffen door een openbare verkoop.
Daarom is naar mening van de rechtbank sprake van bijzondere omstandigheden die een afwijking van de beleidsregels zoals vastgelegd in de Leidraad Invordering 2008 rechtvaardigen. De rechter weegt de belangen van partijen tegen elkaar af. Alle omstandigheden in aanmerking nemende en vooral gelet op het aanbod om een bedrag van € 20.000 te betalen, komt hij tot het oordeel dat de belangen van de ondernemer bij een openbare verkoop onevenredig worden geschaad in relatie tot het doel van een effectieve invordering van belastingen. Het verzet is gegrond, de Belastingdienst moet even afwachten.
Ontvanger die nogal streng in de leer is
“Cash is king”… dat blijkt maar weer. Deze ondernemer is vermogend genoeg. Probleem: het geld zit vast in de stenen. Iedere ondernemer zal dat probleem herkennen. Om een aanslag te kunnen betalen zijn liquide middelen nodig, hoe groot de overwaarde op een woning ook is. Gelukkig komt de rechter te hulp. Blijft de vraag waarom deze Ontvanger zo star heeft geopereerd. De ene Ontvanger is de andere niet en dit geval had de belastingplichtige duidelijk pech.
Meer informatie? Neem contact op met Van Dalen advocatuur.
Stuur een e-mail