Een B.V. maakt bezwaar tegen een aanslag en vraagt om gehoord te worden. Maar daarna laat de vennootschap niks meer van zich horen. Is dan afstand gedaan van het hoorrecht? De Hoge Raad geeft duidelijkheid.
Bezwaar tegen aanslag
Een B.V. doet geen aangifte voor de vennootschapsbelasting. De inspecteur stelt de aanslag 2014 daarom ambtshalve vast naar een belastbaar bedrag van € 50.000. Daarbij wordt een boete opgelegd. De B.V. maakt op tijd bezwaar tegen deze aanslag en tegen de boetebeschikking. In het bezwaarschrift staat onder meer:
Bezwaar niet gemotiveerd
De inspecteur stelt hierna de B.V. tot tweemaal toe in de gelegenheid om aangifte te doen en het bezwaar tegen de boete te motiveren. In de brieven staat ook: “Ik wil u hierbij ook op uw hoorrecht wijzen in verband met mijn voorlopige beslissing op uw bezwaren.”
Hof: geen schending hoorplicht
Voor het Hof was onder meer in geschil of de Inspecteur de hoorplicht heeft geschonden doordat hij belanghebbende niet heeft uitgenodigd voor een hoorgesprek.
Lees ook: Toch geen inzage stukken in bezwaarfase
Hoge Raad ziet dat anders
De Hoge Raad oordeelt als volgt. Het Hof is terecht ervan uitgegaan dat de inspecteur belanghebbende in beginsel diende te horen. Hij kon daarvan niet afzien op de grond dat het bezwaar kennelijk ongegrond was. Hier doet zich niet een geval voor waarin direct duidelijk is dat het bezwaar ongegrond is en er over die conclusie geen twijfel mogelijk is.
Geen stilzwijgende afstand
De B.V. heeft in haar bezwaarschrift te kennen gegeven dat zij gehoord wilde worden. De inspecteur heeft belanghebbende verzocht om te reageren voor het maken van een afspraak. Wanneer de inspecteur op een dergelijk verzoek geen reactie ontvangt, mag hij daaruit niet afleiden dat de belanghebbende stilzwijgend afstand doet van zijn recht om te worden gehoord.
Betekenis
Wat betekent dit arrest? Dat de belastingdienst niet zomaar mag concluderen dat iemand toch geen gesprek wil hebben. Ook niet als er geen reactie komt op brieven. De B.V. had duidelijk aangegeven dat zij wel van haar recht gebruik wilde maken. De inspecteur moet actief zijn. Hij zal dan de bezwaarmaker moeten uitnodigen voor een gesprek met vermelding van datum en tijdstip.
Bron: ECLI:NL:HR:2019:524