Als bestuurder kunt u aansprakelijk zijn voor een belastingschuld. Daarom is het verstandig om de fiscus een melding te sturen als de BV een aanslag niet kan betalen. Op welk moment moet die melding worden verzonden?
BV kan loonbelasting niet betalen
Belanghebbende is enig aandeelhouder en bestuurder van een BV. De Belastingdienst start in 2005 een onderzoek. Dit leidt tot naheffingen loonbelasting. De BV doet een melding betalingsonmacht omdat zij de loonbelasting niet kan betalen. Inmiddels heeft de aandeelhouder aan zijn vennootschap een lening verstrekt. De BV lost die lening in de loop van 2007 af.
Hof: bestuurder aansprakelijk
Het gerechtshof oordeelt dat de BV niet tijdig een melding betalingsonmacht heeft gedaan en dat belanghebbende terecht aansprakelijk is gesteld voor de naheffingsaanslagen. De bestuurder gaat in cassatie bij de Hoge Raad.
Lees ook: Privé aansprakelijk voor belastingschuld stichting
Hoge Raad kritisch over uitspraak
De Hoge Raad oordeelt als volgt. Het Hof heeft verzuimd in te gaan op het betoog van belanghebbende dat met betrekking tot de aanslagen geen sprake was van betalingsonmacht, maar van betalingsonwil. De regel is dat een melding moet worden gedaan binnen twee weken nadat die onmogelijkheid om te betalen is ontstaan.
Verschil tussen onmacht en onwil
De BV gaf waarschijnlijk de voorkeur aan het aflossen van de lening boven het afdragen van loonbelasting. Dat is onwil.
Overigens: indien de melding wel tijdig is gedaan, dan kan de bestuurder nog steeds aansprakelijk worden gesteld. De bewijslast voor de fiscus is dan wel een stuk zwaarder.
Bron: ECLI:NL:HR:2018:2310