De Belastingdienst moet bij de rechtbank alle relevante stukken overleggen. In dit geval lukte dat niet. Het gevolg: beroep gegrond.
Uitstel van betaling vervallen na arrest HR
Na 40 jaar als ambtenaar te hebben gewerkt, ontvangt een man een ontslaguitkering van € 60.000. Daarover moet hij belasting betalen. Daarmee is hij het niet eens en hij procedeert tot en met de Hoge Raad. Hij krijgt ongelijk. Tijdens al die procedures kreeg hij uitstel van betaling voor zijn belastingaanslag. Dat uitstel vervalt na het arrest van de Hoge Raad en dan moet de man ook nog eens invorderingsrente betalen. Als zijn bezwaar daartegen is afgewezen, belandt de zaak bij de rechtbank.
Bel voor een afspraak 06-27129900
Rechter vraagt om beschikking
De rechtbank constateert nog voor de zitting dat de bestreden beschikking in het dossier ontbreekt. Dit is de beschikking waarbij het bedrag van de in rekening gebrachte invorderingsrente is vastgesteld. Blijkbaar had de man die ook niet meegestuurd bij zijn beroepschrift. Vreemd genoeg, overigens. Uitstel van betaling is altijd rentedragend. Dat de man dus rente moet betalen, kan niet ter discussie staan. Maar twee weken voor de zitting stuurt de rechtbank een brief aan de Belastingdienst en verzoekt om de beschikking te overleggen.
Lees ook: Geen boete voor nalaten BTW-suppleties
Alleen een overzicht
De Belastingdienst laat aan de rechtbank weten dat de beschikking niet aangeleverd kan worden. Wel is er een ‘overzicht verloop terugvorderingsaanslag’. Dit is (kort gezegd) een overzicht uit het interne systeem waaruit blijkt dat de schuld maandelijks is verrekend met openstaande aanslagen uit andere jaren. Dat is onvoldoende. De rechtbank constateert dat de beschikking ontbreekt. Dat is het primaire besluit waar deze zaak over gaat. De regels is dat de fiscus verplicht is om alle op de zaak betrekking hebbende stukken te overleggen. Daaraan mag de rechter het gevolg verbinden dat hem geraden voorkomt, zo zegt de wet.
Eis van beschikking dient rechtszekerheid
Verwarring bij beide partijen
In het overzicht staat steeds de term ‘kennisgeving’, niet ‘beschikking’. Het overzicht laat de verrekeningen zien, niet welk bedrag aan invorderingsrente is vastgesteld. De eis van de vaststelling bij beschikking is er niet voor niets. Dat dient de rechtszekerheid. Ook kan de burger daardoor de Belastingdienst controleren. Nu kan de rechtbank de ontvankelijkheid van het bezwaar niet toetsen. Uit het dossier blijkt dat zowel de ontvanger als belanghebbende door het ontbreken van een beschikking in verwarring verkeerde over de juiste datum van het bezwaar. Verder kan de rechter niet vaststellen of in de ‘kennisgevingen’ stond op welke manier de man bezwaar kon maken, wat wel verplicht is.
Ultieme consequentie
De rechter vindt het in dit geval passend om de ultieme consequentie te verbinden aan het ontbreken van de voor bezwaar vatbare beschikking. Daarom beslist de rechtbank dat de uitspraak op bezwaar van 11 maart 2019 moet worden vernietigd en dat de primaire beschikking hetzelfde lot treft. Het beroep is gegrond. De Belastingdienst moet de in rekening gebrachte invorderingsrente aan eiser terugbetalen. Een mooie overwinning voor de ex-ambtenaar die zo lang procedeerde. Al had hij deze uitkomst waarschijnlijk ook niet voorzien, want die is vooral het gevolg van doorvragen door de oplettende rechter.
Bron: ECLI:NL:RBNNE:2020:1044