Wat is het toch dat simpele dingen bij de Belastingdienst steeds misgaan? Burgers moeten zich aan de wet houden, maar de overheid neemt maatregelen die een wettelijke grondslag missen.
De BV stelt dat zij geen aangifte kon doen
Aangifte
Een besloten vennootschap (BV) doet geen aangifte loonheffingen en ontvangt een naheffingsaanslag. De BV stelt echter dat zij aangifte kon doen omdat zij niet over eHerkenning beschikt. Dit is een digitale sleutel waarmee kan worden ingelogd op het portaal van de Belastingdienst. De BV is van mening dat er geen wettelijke basis is voor het doen van aangifte door middel van eHerkenning. De inspecteur wijst het bezwaar tegen de naheffingsaanslag af en partijen komen voor de rechter te staan.
Wettelijke basis
De rechtbank oordeelt als volgt. De belastingplichtige die zonder tussenkomst van een boekhouder of commerciële software aangifte wil doen, heeft sinds 1 januari 2020 eHerkenning nodig. Anders kan geen aangifte worden gedaan. De BV wilde wel aan haar verplichtingen voldoen, daar gaat het niet om. De Algemene Wet Rijksbelastingen (AWR) zou een wettelijke basis kunnen bieden voor deze verplichting. Alleen… de wet stelt als voorwaarde dat er een voorschrift bestaat waarin de verplichting is opgenomen om eHerkenning te gebruiken. Dat voorschrift is er nog niet omdat de Wet digitale overheid nog niet in werking is getreden.
Lees ook: Vergoeding proceskosten
Bericht?
Geen rechtsgeldige werking
Een ander wetsartikel uit dezelfde wet biedt misschien die basis wel. Daarin is het elektronisch berichtenverkeer geregeld. eHerkenning is echter geen “bericht” in de zin van dat artikel, maar is (net als DigiD) een inlogmiddel. Nu sprake is van een wettelijke verplichting tot het doen van aangifte, is de rechtbank van mening dat de mogelijkheid tot het voldoen aan die verplichting kosteloos dient te zijn. Voor het gebruik van eHerkenning moet worden betaald. Daarvoor ontbreekt een wettelijke basis.
Conclusie van de rechters is dat het voorschrift van de minister om eHerkenning te gebruiken, geen rechtsgeldige werking heeft. Dat ondernemers gecompenseerd worden voor de kosten middels een speciale regeling, maakt dat niet anders. De naheffingsaanslag wordt vernietigd.
Vervolg
Hoe nu verder? Inmiddels zijn er Kamervragen gesteld aan de staatssecretaris, op dit moment is er nog geen antwoord. Het is vooral een principiële kwestie. De verplichting om aangifte te doen bestaat nog steeds en stond in deze zaak niet ter discussie. Daarom lijkt geen aangifte doen maar wel betalen ook geen optie, want dan voldoet een ondernemer niet aan zijn wettelijk verplichting. Maar om aangifte te kunnen doen is weer eHerkenning nodig en die eis mag niet gesteld worden, althans nu nog niet. Kortom: deze uitspraak van de rechtbank zorgt voor veel onduidelijkheid.
Bron: ECLI:NL:RBGEL:2022:394
Voor vragen bel 06-27129900